Statenvertaling
Zo verlieten zij het huis des HEEREN, des Gods hunner vaderen, en dienden de bossen en de afgoden; toen was een grote toornigheid over Juda en Jeruzalem, om deze hun schuld.
Herziene Statenvertaling*
Zij verlieten het huis van de HEERE, de God van hun vaderen, en dienden de gewijde palen en de afgoden. Vanwege deze schuld van hen rustte er grote toorn op Juda en Jeruzalem.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zij verlieten het huis van de Here, de God hunner vaderen, en dienden de gewijde palen en de afgodsbeelden, zodat er toorn kwam over Juda en Jeruzalem wegens deze schuld van hen.
King James Version + Strongnumbers
And they left H5800 ( H853 ) the house H1004 of the LORD H3068 God H430 of their fathers, H1 and served H5647 ( H853 ) groves H842 and idols: H6091 and wrath H7110 came H1961 upon H5921 Judah H3063 and Jerusalem H3389 for this H2063 their trespass. H819
Updated King James Version
And they left the house of the LORD God of their fathers, and served groves and idols: and wrath came upon Judah and Jerusalem for this their trespass.
Gerelateerde verzen
1 Koningen 14:9 | Éfeze 5:6 | 2 Kronieken 32:25 | Hoséa 5:14 | Richteren 5:8 | Hoséa 5:10 - Hoséa 5:11 | 1 Koningen 11:4 - 1 Koningen 11:5 | Jozua 22:20 | 1 Koningen 14:23 | 2 Kronieken 29:8 | Éxodus 34:13 | 2 Kronieken 24:4 | Zefánja 1:4 - Zefánja 1:6 | 2 Kronieken 28:13 | 2 Kronieken 19:2 | 2 Kronieken 21:13 | 2 Kronieken 36:14 - 2 Kronieken 36:16 | 2 Kronieken 33:3 - 2 Kronieken 33:7 | 2 Samuël 24:1